Direct naar hoofdinhoud

Aangifte gevaarlijke goederen (IATA)

De volgende informatie moet verschijnen zoals aangegeven (verwijzingen naar IATA):

  • Verzender: Voer de volledige naam en het adres van de verzender in – 8.1.6.1.
  • Ontvanger: Vul de volledige naam en het adres van de ontvanger in – 8.1.6.2.
  • Luchtvrachtbriefnummer: Voor luchtvrachtzendingen wordt in dit veld het luchtvrachtbriefnummer ingevuld. Voor kleine pakketzendingen wordt het trackingnummer ingevoerd – 8.1.6.3.
  • Pagina X van X pagina's: Vul het paginanummer van de Shipper’s Declaration in. Als de zending maar één pagina heeft, is de Shipper’s Declaration "Pagina 1 van 1 pagina's" – 8.1.6.4.
  • Vliegtuigbeperking: Verwijder het type luchtvaartuig dat niet van toepassing is – 8.1.6.5.
  • Vliegveld van vertrek: Laat dit leeg.
  • Vliegveld van bestemming: Laat dit leeg.
  • Type zending (radioactief/niet-radioactief): Verwijder het zendingstype dat niet van toepassing is – 8.1.6.8.
  • Aard en hoeveelheid gevaarlijke goederen – 8.1.6.9.
    • UN- of ID-nummer: Voer het UN- of ID-nummer van het materiaal in.
    • De juiste verzendnaam van de gevaarlijke goederen: Voer de juiste verzendnaam van de gevaarlijke goederen in (met technische beschrijving indien nodig).
    • Klasse of subklasse: Vul de gevarenklasse of -subklasse van het materiaal in.
    • Bijkomend risico: Vul eventueel het nevenrisico in. Dit nevenrisico moet tussen haakjes worden geplaatst.
    • Verpakkingsgroep: Voer de toegewezen verpakkingsgroep in, indien van toepassing.
    • Hoeveelheid en type verpakking: Een beschrijving van het pakket en een indicatie van de hoeveelheid verzonden materiaal (gebruik de nettohoeveelheid, tenzij de regelgeving het totaalgewicht van de zending vereist; metrische eenheden zijn verplicht)
    • Verpakkingsinstructies: In deze kolom moet het IATA-verpakkingsinstructienummer worden vermeld.
    • Autorisatie: Locatie voor speciale voorzieningennummers, speciale DOT-vergunningen, LAA-goedkeuringsnummers, EX-nummers of andere relevante autorisatie-informatie.
  • Aanvullende verwerkingsinformatie – 8.1.6.11: De verzender gebruikt dit vak om het juiste 24-uurs noodnummer (in combinatie met de informatie van de ER-registrant) of speciale verwerkingsinformatie die relevant is voor de zending aan te geven.
  • Certificering – 8.1.6.12: Door deze sectie in te vullen, bevestigt de verzender dat het pakket in overeenstemming is met alle regels en voorschriften.

De verzender is ervoor verantwoordelijk dat alle exemplaren van de Shipper’s Declaration duidelijk en leesbaar zijn.
Neem contact met ons op als u vragen hebt over het verzenden van gevaarlijke stoffen met UPS.